Een gemene muur is de muur die bij een halfopen woning of een rijwoning grenst aan de buur. Als men zijn woning als eerste bouwt, is men volgens de stedenbouwkundige voorschriften verplicht om de gemene muur ‘te paard’ te bouwen. Gemene muur klinkt al een beetje eigenaardig, maar ‘te paard’ is wel heel vreemd. Het betekent alleen dat op de perceelgrens een dubbele muur moet worden gebouwd. De eigen muur van de woning op het eigen perceel en de ‘te paard’ muur op het perceel van de buur.
Deze verplichting roept onmiddellijk een boel vragen op: hoe weet ik wat de toekomstige buur zal gaan bouwen? Heeft hij die muur wel nodig? En wie betaalt hem?
Het beste wat je kan doen is overleggen met de toekomstige buur, want hoewel je verplicht bent om de muur te bouwen, moet je hem wel de toestemming vragen om hem te mogen bouwen! Indien je zijn toestemming niet vraagt, kan de buur hem zelfs onmiddelijk als de zijne beschouwen en ermee doen wat hij wil.
Wat de kosten betreft is de wet duidelijk. De eerste bouwer betaalt de muren. De volgende bouwer betaalt zijn deel van de kosten. Er is echter een probleem. Wanneer het buurhuis pas jaren later wordt gebouwd, is de kans groot dat de ‘te paard’ muur een deel van zijn waarde heeft verloren, zodat men uiteindelijk maar een deel van de kosten kan terugvorderen.