Houtskeletbouw wordt steeds meer aangemoedigd door overheden. En daar zijn goede redenen voor. Duurzaamheid en energiezuinigheid maken van houtskeletbouw een must voor wie ecologisch verantwoord wil bouwen.
In de lage landen staan vooral bakstenen huizen, maar houtskeletbouw is sterk in opmars. Een eerste voordeel die daarvoor verantwoordelijk is, is de lichtheid van het houten skelet: hierdoor kunnen goedkopere funderingen worden gelegd, waardoor vaak duizenden euro’s kunnen worden uitgespaard. Skeletbouw gaat ook een stuk sneller omdat vele onderdelen al op voorhand in de fabriek kunnen worden gemaakt. Voor het bouwproces zelf is weinig energie vereist en bovendien gebeurt alles met natuurlijk hernieuwbare materialen. Het is dus meer dan logisch dat houtskeletbouw de ecologische bouwmethode bij uitstek wordt genoemd.
Daarnaast beschikt hout over uitstekende thermische eigenschappen. Dit heeft gunstige gevolgen voor het totale energieverbruik van de woning. En daar profiteert niet enkel het milieu van, maar ook uw portefeuille. Ook condensatieproblemen zijn verleden tijd: hout heeft, in tegenstelling tot metsel- en pleisterwerk, geen droogtijd nodig en bovendien heeft hout uitstekende vochtregulerende eigenschappen. Sommigen denken dat houtskeletbouw minder veilig is naar brandveiligheid toe, maar toch voldoet houtskeletbouw aan alle nodige veiligheidsvoorschriften. En voor wie nog niet helemaal overtuigd is: volgens sommige studies lijden mensen die in houten huizen wonen minder onder stress en andere zogenaamde “beschavingskwalen”.