Na de jaren vijftig werden in de modale woning minder en minder kelders geplaatst. Dat is logisch, de prijs van een grote kelder die steen voor steen moest gemetseld worden, werd te duur voor het gebruik dat je er achteraf van maakte. Kelders waren bovendien niet altijd even bruikbaar. Vooral vocht- en schimmelproblemen maakten hen minder interessant. Een kelder werd toen ook bijna uitsluitend gebruikt voor opslag. Het was de enige ruimte in het huis met een vrijwel constante koele temperatuur.
Kant en klaar kelders
Vandaag en vooral met de komst van de betonnen prefabkelders komen ze weer in de mode. Bovendien laat de oppervlakte van een stuk bouwgrond steeds minder toe om huizen te bouwen met voldoende bovengrondse ruimte voor berging. Als je die nodig hebt, dan moet je onder de grond. Een kelder dus.
Kelders zijn nu relatief goedkoop en bieden een bijkomende noodzakelijke ruimte. Ze zijn eigenlijk een ondergrondse verdieping die voor veel meer kan gebruikt worden dan het opbergen van levensmiddelen, oude cursussen of speelgoed waar de kinderen uitgegroeid zijn. Of om te vullen met meubilair of kleding die je nog niet kon weggooien.
Dadelijk of nadien bijbouwen?
Vroeger werd een kelder altijd samen met de nieuwe woning gemetseld. Achteraf was onmogelijk. Die tijd is nu voorbij. Nadat de grond zorgvuldig werd uitgegraven en de nutsvoorzieningen voorbereid, wordt een betonnen prefabkelder door een gespecialiseerde onderneming geplaatst. Er zijn meerdere systemen uitgedacht om dit snel en zonder risico te doen. Al de nodige leidingen worden aangekoppeld, een trap geplaatst en de kelder kan in gebruik genomen worden. De nieuwe kelder moet wel voldoende hoog zijn om later een voldoende ruimtegevoel te waarborgen.
Bij een achterafplaatsing zal dikwijls geopteerd worden voor een kelder onder een aanbouw zoals een garage of een serre.
De kelder is dus niet langer enkel een opslagruimte, maar wordt een deel van de leefruimte. Met hetzelfde comfort voor wat betreft licht, warmte en aankleding. Hij kan dan ook niet langer een eenvoudige stenen of betonnen kamer blijven. Daartoe moet de hedendaagse kelder verbeterd worden.
Hij moet volledig water- en vochtdicht zijn. Betonnen prefabkelders zijn in principe altijd waterdicht. Vochtproblemen kunnen voorkomen worden doordat het betonnen omhulsel de temperatuur van de grond aanneemt en dus kouder is dan de oppervlaktelucht. Je krijgt dan, vooral in de zomer, condens. Die kan opgevangen worden door elektrische ontvochtigers of beter nog door een goede ventilatie, soms door een “koekoek” of via een daglichtluik, liefst door een mechanisch systeem.
Van kelder tot extra leefruimte.
Deze kelder, die gebruikt zal worden als slaapkamer, speelruimte voor de kinderen, fitness, living of hobbyruimte, wordt grondig geïsoleerd. Deze isolatie kan langs buiten, wat aan te bevelen is, of langs binnen. Dan is er ook nog een aansluiting op de verwarmingsinstallatie nodig, of individuele elektrische kachels.
Licht kan goedkoop binnengehaald worden door een kelderraam, LED-lampjes of door een lichtkoker. Vroeger werden lichtschachten gemetseld, maar er bestaan nu ook geprefabriceerde witte lichtschachten uit glasvezelversterkt polyester, die het daglicht optimaal naar de kelder reflecteren. Bijkomend licht kan door spaar- of LEDlampen. Als je de plaatsing daarvan vooraf goed bestudeert en integreert in bijvoorbeeld een verlaagd plafond, gecombineerd met een lichte muuraankleding wordt de ruimte bijzonder uitnodigend.
Welk prijskaartje hangt hieraan vast?
Er komt heel wat kijken bij de aanleg van een kelder, bij nieuwbouw of achteraf. Hier zomaar een prijs op kleven is niet mogelijk. Teveel is afhankelijk van de grondwerken, vloeroppervlakte, de graad van afwerking, de bijkomende kosten voor ventilatie, verwarming, licht en aankleding.
Een kelder zal altijd een meerwaarde zijn voor je woning die bij een latere verkoop cash wordt geïnd. Ongeacht het huidig gebruik ervan. Ook een kelder die vandaag enkel gebruikt wordt als opslagruimte kan morgen een bijkomende kamer zijn voor een opgroeiende tiener.